Geen kunstmest en geen derogatie. En dat op arme grond. Niet verwonderlijk dat collega’s de vraag ‘Waar begin je aan?’ aan Joost van Middelaar (34) uit Rutten stelden. Toch is het bedrijf langzaam naar biologisch ‘gekneed’.
‘Met vlinderbloemigen houden we het stikstofniveau op peil. Bodemleven heeft bij ons altijd prioriteit. We ploegen minder, want rust is het sleutelwoord. Blijvend grasland levert het meeste organische stof. Daarnaast maken we hier compost van maaisel uit de Weerribben’, vertelt Van Middelaar.
‘Er is een wereld voor me opengegaan, bijvoorbeeld hoe je moet composteren. Maar ook de relaties. Als je in het traject van biologisch ziet, merk je hoeveel vaste gangbare contacten je hebt. Die zeg je allemaal vaarwel en je gaat bouwen aan een nieuw netwerk. Huurgrond moet bijvoorbeeld ook biologisch zijn. Het is een groot voordeel dat wij in Flevoland zitten. Hier zitten misschien maar een handjevol biologische melkveehouders, maar biotelers waarmee je kunt samenwerken, zijn er voldoende.’
Risico’s
Het melkveebedrijf telt honderd koeien en 33 hectare land. Zelfs voor gangbare begrippen is dat redelijk intensief. ‘Dat hield mijn vader in eerste instantie tegen bij de stap naar bio. Toch heeft hij in zijn boerencarrière al het gebruik van kunstmest drastisch verminderd. Hij gebruikte weinig antibiotica en geen chemicaliën. Eigenlijk was de stap naar biologisch niet zo groot, alleen in de jaren negentig was de sector nog klein. Bank en boekhouder hebben hem afgeremd. Zij zagen vooral risico’s.’
Er is een wereld voor me opengegaan, bijvoorbeeld hoe je moet composteren
Van Middelaar kwam in 2010 in de maatschap. Langzaam maar zeker werd de stap naar biologisch steeds logischer. De melkprijs bij de aangesloten fabriek bleef namelijk achter. Bovendien pakte het fosfaatverhaal gunstig uit. Een extra duwtje in de goede richting. ‘We konden met jongvee inkrimpen om het melkvee op peil te houden.’
Klaver
Het bedrijf zaait al sinds de jaren tachtig klaver op de percelen. ‘Er is 300 kuub gas nodig voor de productie van 1 ton kunstmest. Als je minder gaat strooien, dan belast je het milieu ook minder. Dat was mijn vader zijn motivatie. Door klaver krijgt de bodem stikstof en je stimuleert het bodemleven.’
Via een cursus van Pure Graze in 2012 leerden de Van Middelaars met een derde grassen, een derde vlinderbloemigen en een derde kruiden om van eigen land een saladebuffet voor de koeien te zaaien. ‘Voor ons het kantelpunt. Kunstmest is uit den boze bij dit principe. We begonnen met 4 hectare voor het saladebuffet. Ieder jaar is dat met 4 hectare uitgebreid tot bijna het gehele areaal op dit moment.’
Weidegang
De maatschap heeft altijd veel geweid. ‘We zitten aan de rand van de polder, het oude strand van de Zuiderzee. De zandgrond is in de zomer droog, maar de koeien kunnen vroeg naar buiten. Ons record is 15 februari. Vorig jaar konden ze half december naar binnen, dus de stalperiode is kort.’ Met Fleckvieh, Holstein en Scandinavisch roodbont is gekozen voor koeien die passen bij de sobere bedrijfsvoering.
De ondernemer zag steeds meer voordelen van bio. ‘Vanwege economie, maar ideologie is net zo belangrijk. Biologisch moet bij het bedrijf, maar ook de mensen passen. Als je alles vanwege de hogere melkprijs doet, dan gaat het niet lukken.’
Samenwerking
Van Middelaar denkt dat de hoge grondprijs in Flevoland melkveehouders ervan weerhoudt dezelfde stap te maken. Door samenwerking met akkerbouwers is het haalbaar. ‘Je kunt hier alles telen en er zijn biologische akkerbouwers genoeg.’
Het land werd op 1 april 2016 voor omschakeling aangemeld. Het vee een half jaar later. De melkveehouderij heeft het voor elkaar gekregen om in een jaar om te schakelen. Omdat het bedrijf in het voorjaar afkalft, bleek dat gunstiger.
Rekensom
‘We voldeden al aan bijna alle voorwaarden. Dan is het een rekensom. Gangbaar voer moest worden verkocht. Daar kwam biologisch voor terug en dat is duur. Het valt bovendien niet mee om dat van de markt te halen. Niemand verkoopt zijn beste voer. De productie van onze koeien was in de omschakeling lager, maar met gemiddeld 7.500 kilo per koe zitten we nu weer op niveau.’
De melkveehouder wil in de toekomst strakker afkalven. ‘Eind mei moet dat klaar zijn. Dat betekent dat de vruchtbaarheid op orde moet zijn. Als de koe niet drachtig is, moet je die over laten lopen of afvoeren. Met fanatieke tochtdetectie hopen we sneller de koeien drachtig te krijgen. Aan het eind van het inseminatieseizoen gaat de stier bij de koeien. Doel is de lactatiecurve gelijk aan de groeicurve van het gras te krijgen. Aankoop van biologisch krachtvoer is gewoon duur. En gras uit april, mei en juni is eigenlijk gewoon ook krachtvoer.’