De bodem werkt voor u als u voor de bodem werkt, door gebruik te maken van beheer praktijken die de bodemgezondheid verbeteren en de productiviteit en rentabiliteit onmiddellijk en in de toekomst verhogen. Een volledig functionerende bodem produceert de maximale hoeveelheid productie tegen de laagste kostprijs. Het maximaliseren van de bodemgezondheid is essentieel voor het maximaliseren van de winstgevendheid.
Het beheren van de bodemgezondheid (verbeterde bodemfunctie) is vooral een kwestie van het handhaven van een geschikte habitat voor de talloze wezens die het bodemvoedselweb vormen.
Dit kan worden bereikt door:
– De bodem zo min mogelijk te verstoren
– Zo veel mogelijk verschillende plantensoorten te laten groeien
– Levende planten zo veel mogelijk in de bodem te houden
– De bodem zoveel mogelijk bedekt te houden.
Probeer de bodem zo min mogelijk te verstoren, bodemverstoring is het gevolg van fysieke, chemische of biologische activiteiten. Fysieke bodemverstoring, zoals grondbewerkingen of berijden resulteert in een kale bodem en/of verdichte grond die destructief en verstorend is voor bodemmicroben. Daarbij creëert het een vijandige omgeving voor hen om in te leven.
Verkeerde toepassing van grondbewerking kan de symbiotische relatie tussen schimmels, micro-organismen en plantenwortels verstoren.
Bodemverstoring:
Overbegrazing, een vorm van biologische bodem verstoring, vermindert de wortelmassa en verhoogt de afvloeiing van neerslag en verhoogt de bodemtemperatuur. Alle vormen van bodemverstoring vermindert de habitat van bodemmicroben en resulteert in een vermindert bodemvoedselweb.
Planten gebruiken zonlicht om kooldioxide en water om te zetten in koolhydraten, die dienen als bouwstenen voor wortels, stengels, bladeren en zaden. Ze hebben daarnaast een wisselwerking met specifieke bodemmicroben door koolhydraten (suikers) via hun wortels in de bodem los te laten om de microben te voeden in ruil voor voedingsstoffen en water. Plantaardige koolhydraten zijn nodig om de diversiteit aan bodemmicro-organismen in de bodem te ondersteunen. Om een hoge mate van diversiteit te bereiken, moeten verschillende planten worden geteeld als polycultuur.
De sleutel tot het verbeteren van de bodemgezondheid is ervoor te zorgen dat voedsel- en energieketens en -webben uit verschillende soorten planten bestaan, en niet slechts 1 of 2 soorten.
Biodiversiteit is de sleutel tot bodemgezondheid en tot het succes van elk landbouwsysteem:
Een gebrek aan biodiversiteit vergroot de kans op ziekten en plagen. Een divers en volledig functionerend bodemvoedselweb zorgt voor voedingsstoffen, energie en een goede watercirculatie, waardoor een bodem zijn volledige potentie kan bereiken.
Het vergroten van de diversiteit en het bedekken van gewassen verhoogt de bodemgezondheid en de bodemfunctie, verlaagt de inputkosten en verhoogd de winstgevendheid. – Niek Bloemendal
Houd een levende wortelgroei door het hele jaar:
Levende planten behouden hun rhizosfeer, een gebeid van geconcentreerde microbiële activiteit om de wortel. De rhizosfeer is het meest actieve deel van het bodemecosysteem omdat het de plek is waar het meeste voedsel beschikbaar is en waar de piek in de voedingsstoffen- en watercyclus plaatsvindt. Microbieel voedsel wordt uitgescheiden door plantenwortels om microben aan te trekken en te voeden die voedingsstoffen leveren aan de plant op het grensvlak tussen wortel en bodem, waar planten ze kunnen opnemen.
De gezondheid van de bodem is afhankelijk van hoe goed het bodemvoedselweb wordt gevoed. Het verstrekken van voldoende gemakkelijk toegankelijk voedsel aan bodemmicroben helpt hen om de voedingsstoffen die de planten nodig hebben om te groeien en te verwerken. Suikers van levende plantenwortels, recentelijk afgestorven plantenwortels, gewasresten en organisch materiaal in de bodem voeden de vele leden van het bodemvoedselweb.
“Streef altijd naar een mini – regenwoud en bescherm en voed daarmee de bodem” – Ado Bloemendal
Houd de bodem zoveel mogelijk bedekt:
Bodembedekking houdt vocht vast, verlaagd de temperatuur, onderschept regendruppels, onderdrukt de groei van onkruid en biedt een habitat (mini – regenwoud) voor leden van het bodemvoedselweb. Dit geldt ongeacht van het landgebruik. De bodem bedekt houden en tegelijkertijd gewasresten laten afbreken (zodat hun voedingsstoffen weer in de bodem kunnen worden teruggevoerd) kan een evenwichtsoefening zijn. Veehouders moeten zorgvuldig rekening houden met hun vruchtwisseling en met het beheer van de beweiding, willen zij de bodem bedekt houden en tegelijkertijd voeden.
“Beweidingsverliezen worden groeivoorsprong omdat daarmee de bodem gevoed wordt” – Ado Bloemendal