Vroege resultaten suggereerden dat de ecosysteemproductiviteit van polyculturen met meer dan 16 verschillende plantensoorten (denk aan polyculturen – kruidenrijke mengsels met grassen, klavers en kruiden) resistenter zijn met minder veranderingen in de productie tijdens droogte, een grotere veerkracht hebben, met een beter herstellend vermogen dan die van monoculturen.
In dit onderzoek is gebruik gemaakt van 46 experimenten waarbij de diversiteit van graslanden werd gemanipuleerd om te testen of het verhogen van biodiversiteit zorgt voor weerstand tijdens en veerkracht na klimaatgebeurtenissen, zoals extreme droogte of extreem nat weer. In dit onderzoek is aangetoond dat het verhogen van de biodiversiteit de weerstand van ecosystemen verhoogt.
Over alle studies en klimaatgebeurtenissen heen veranderede productiviteit van monoculturen met ongeveer 50%, terwijl die van polyculturen met een hoge biodiversiteit (16 tot 32 plantensoorten) meer weerstand boden en slechts 25% veranderde.
Een jaar na elke klimaatgebeurtenis herstelde de productiviteit volledig of werd het normale productiviteitsniveau overschreden, zowel van de monoculturen als van de polyculturen. De resultaten suggereren dat biodiversiteit vooral de productiviteit van het ecosysteem stabiliseert door de weerstand tegen klimaatgebeurtenissen te vergroten. Antropogene milieuveranderingen kunnen we stabiliseren doormiddel van biodiversiteit. Zo kunnen we het plantenbestand verhogen door gebruik te maken van polyculturen zoals kruidenrijke graslandmengsels bestaand uit 16 tot 32 plantensoorten.
Figuur 1 – Productiviteit tijdens en na klimaatgebeurtenissen en normale jaren voor monoculturen en polyculturen.
Figuur 1 geeft aan dat de productiviteit daalt tijdens droge periodes en stijgt tijdens natte periodes. Deze trend wordt omgekeerd in het jaar na de klimaatgebeurtenissen. De hoge productiviteit na extreme droogte is het gevolg van een grotere beschikbaarheid van voedingsstoffen in polyculturen.
Graslanden met een lage biodiversiteit (monoculturen) hebben de laagste productiviteit tijdens droogte, wat ook de lage veerkracht verklaard tijdens en na extreem droge jaren.
Evenzo zou de lage productiviteit na extreem natte jaren het gevolg kunnen zijn van de verminderede beschikbaarheid van voedingstoffen in de bodem door een te lage biodiversiteit. Polyculturen met een hoge biodiversiteit hebben tijdens natte jaren de hoogste productiviteit, wat verklaart waarom polyculturen na extreem natte jaren een betere veerkracht hebben. – De stippellijnen tonen normale productiviteitniveaus.
Figuur 2 – Een marginaal significante interactie tussen biodiversiteit en intensiteit.
Figuur 2 geeft aan dat de productiviteit marginaal beter bestand was bij extreme klimaatgebeurtenissen, vooral bij een hoge biodiversiteit zoals bij polyculturen.
Lees hier het hele onderzoek >>>
Voederkruiden zaaien in het najaar
Bodemtemperatuur is een belangrijk aspect bij het kiemen van voederkruiden. In het najaar is de bodem nog lekker op temperatuur. De zomer is immers net voorbij! En vaak, ook dit jaar lekker najaarsweer met veel zon, die de bodem op temperatuur houdt. De nachten worden langer en koeler, waardoor meer dauw ontstaat – Ideaal voor kiemplanten.
De herfst is DE periode waarin het bodemleven zeer actief is en waarin dood plantenmateriaal afgebroken wordt. Dit creëert warmte, maar ook voeding voor de jonge kiemplanten.
De onkruiddruk is in de herfst vaak lager, zodat de nieuwe inzaai gemakkelijk het perceel dicht kan maken.