In de afgelopen 2 jaar waren de zomers droog. In veel gebieden leidde dit tot lagere droge stof opbrengsten bij melkveehouders en andere grondgebonden veehouderijbedrijven.

Verschillende overheden als provincies, waterschappen hebben in samenwerking met LTO plannen ontwikkeld om de impact van de droogte tegen te gaan. Een voorbeeld daarvan is het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer https://agrarischwaterbeheer.nl/ .

De achterliggende oorzaak van deze droogte, ligt in het veranderende klimaat. https://www.voordewereldvanmorgen.nl/duurzame-blogs/wat-zijn-de-gevolgen-van-droogte?utm_source=nieuwsbrief&utm_medium=tekstpost&utm_campaign=scientias&utm_content=gevolgendroogte

Door de grootte van het probleem, de klimaatsverandering is immers een mondiaal fenomeen, voelen we ons al snel slachtoffer. Wat wil je daar nu als individu aan doen?

Dat is jammer en een gemiste kans, Boeren kunnen zelf veel doen om op hun eigen bedrijf de droogte tegen te gaan. Laten we eens rustig kijken waar we mee te maken hebben.

In wezen hebben we te maken met sterk wisselende neerslag, een ongelijke verdeling over het jaar. Met korter wordende winters en langer wordende zomers, waardoor, in potentie, de kans op droogte toeneemt. We hebben in Nederland, als deltagebied, niet echt het gevoel dat we geraakt worden door de droogte. Echter droogte heeft wel degelijk gevolgen in de vorm van minder opbrengst en meer kosten op het boerenbedrijf.

Het is heel goed je te realiseren dat de winterregens de voorraden aanvullen. De zomerregens zijn er puur ter verkwikking.    –   Ado Bloemendal

Het is goed ons te concentreren op de gebieden waarop we wel invloed hebben en daar onze energie op te richten. Bijvoorbeeld het bouwplan en het beweidingsmanagement.

Laten we eens rustig kijken welke oplossingen we kunnen bedenken:

Op veel veebedrijven is blijvend grasland de grootste ruwvoerleverancier. Vaak zijn de zodevormende grassen daarbij de grootste plantsoort. Er zijn 2 nadelen aan deze soort die aandacht verdienen in dit kader. De droogtegevoeligheid en de bemestingsbehoefte.

Met zodevormers leggen we de organische stof, de spons van de bodem, horizontaal boven op de grond.

Het waterbergend vermogen van zodevormers is de helft van pol vormende grassen.

Zodevormers hebben een derde lagere productie bij een lage bemesting.

Met diep wortelende soorten leggen we organische stof verticaal in de bodem. De spons van de bodem wordt minder beïnvloed door warmte. We gebruiken een veel groter oppervlakte in de bodem om water en voeding vast te leggen. Pol vormende grassen in combinatie met stikstof vastleggende klavers en kruiden, hebben een veel hogere productie van een veel volwaardiger voeder met meer vitamines, hormonale stoffen en mineralen dan een monocultuur gras.

Polvormende grassen hebben een veel hogere productie potentie dan Engels raaigras, wanneer geen of weinig bemest wordt. Dit is terug te vinden wanneer we de droge stof productie per hectare per jaar vergelijken tussen gangbare en biologische bedrijven. https://edepot.wur.nl/239910

Daarom is de keuze voor een Saladebuffet een volwaardige stap naar een gezonde, duurzame, droogte bestendige ruwvoerproductiehttps://www.puregraze.com/kruidenrijke-mengsels/voordelen-saladebuffetten/